Jaren geleden hielp ik als vrijwilliger mee op de Delftse Proeftuin: een project van de stichting Groenkracht op een stuk braakliggende grond aan de Fabrieksstraat in Delft.
Het maaien van de manshoge Phacelia en ander onkruid bracht me dezelfde rust als het hardlopen: zorgeloos in de buitenlucht je lichaam aan het werk zetten.
Later kreeg ik een eigen stukje grond op de Proeftuin, 5 vierkante meter. Op dat kleine stukje had ik een paar aardappels gepoot. Een paar maanden later voltrok zich de wonderlijke aardappelvermenigvuldiging: ik haalde 5 keer zoveel aardappels uit de grond, als ik er in gestopt had.
Zo werkt het dus: je kunt zelf je eigen voedsel produceren.
Toen de Proeftuin ophield, ging ik als vrijwilliger werken bij de Groenteboerin bij de Hoeve Biesland. Daar zag ik hoe je op grotere schaal voedsel kon produceren, voor vele gezinnen. En na een paar jaar proefdraaien als vrijwilliger besloot ik om zelf voedselproducent te worden: ik schreef me in bij de opleiding Stadslandbouw aan de Warmonderhof.
Dit jaar heb ik die opleiding afgerond. Ik heb mijn baan bij de SPAR, voedsel verkopen, opgezegd. En ik ben nu zelf aan de slag gegaan als voedselproducent.
Ik kreeg van mijn stagebegeleider Marlen, de beste stagebegeleider ooit, de mogelijkheid om betaald te komen werken op haar bedrijf De Stadsboerin.
Het liefst wil ik mijn eigen tuinderij beginnen: een halve hectare, waar ik groente teel voor 100 tot 150 oogstgenoten uit de buurt. Maar in de tussentijd blijf ik werken bij De Stadsboerin.
Voedsel verbouwen is een mooi vak. Het is als het drukken van geld: je maakt met behulp van de natuur iets dat andere mensen graag willen hebben.
Je probeert gewassen te helpen om snel te groeien. Je beschermt ze tegen koude, droogte en de concurrentie (onkruid). Soms ook tegen kapers op de kust.
Ik heb respect en eerbied voor groene planten en vooral voor voedingsgewassen. Planten leggen door fotosynthese zonne-energie vast en maken waardevolle voedingsstoffen. Alles in het menselijk lichaam is eerst door een plant gegaan. Planten vormen de basis voor alle menselijk leven, we kunnen niet zonder. Mensen kunnen alleen groeien en sterk en gezond worden dankzij de gewassen die ze direct of indirect eten.
Jarenlang zag ik elke week 3 vrachtauto’s vol voedsel bij de buurtsuper lossen. Honderden klanten kwamen dagelijks eten kopen; voedsel, dat honderden of zelfs duizenden kilometers vervoerd was. We weten allemaal dat het gesleep met eten niet duurzaam is. Voedsel moet en kan dichterbij geproduceerd worden: in de directe omgeving van de mensen, die het gaan opeten. Ik wil het aantal voedselkilometers omlaag brengen.
De manier, waarop de samenleving aan voedsel komt, moet veranderen: het moet eenvoudiger en vooral duurzamer. De komende jaren ga ik bijdragen aan die verandering door lokaal voedsel te produceren, zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen.
En ik vind het heerlijk om de hele dag in de buitenlucht te ploeteren.
Mooi stuk Hans! Marlen
Dankjewel, Marlen
Leuk artikel