Het water in

‘s Ochtends om half 8 ben ik een van de mannen, die hard fietsen door de binnenstad van Delft. Ik ben onderweg naar het water, naar de Grote Plas in de Delftse Hout.
Jaren geleden ontdekte ik dat zwemmen in koud water prettig is voor lichaam en geest. Net zoals hardlopen. Ik neem er de tijd voor en kom er vroeger dan nodig mijn bed voor uit.

Het koude water beneemt je de adem, je schrikt en reageert in een reflex. Maar al heel snel vind je de overgave en de rust om rustig te ademen. Het is koud, maar niet bedreigend. Ontspannen zwem ik de opkomende zon tegemoet. Alle ruis in mijn hoofd verdwijnt, net zoals tijdens het hardlopen in de natuur.

Sinds in maart de corona en de pleuris uitbrak, zwem ik ook wel eens op doordeweekse dagen. Als er andere zwemmers is er even afleiding en kletsen we wat. Maar ik vind nog altijd mijn eigen moment van rust en overgave.
Drijvend op mijn rug kijk ik naar het lege blauwe uitspansel, het oneindig diepe heelal in. Buiten de dunne dampkring is het oneindige zwarte niets. En zo is er ook na mijn leven nog oneindig veel tijd.
Trappelend met mijn benen maak ik een fontein om mezelf terug te halen in het hier en in het nu. De betoverende spetters en druppels vallen terug in het water, ze kunnen niet anders dan gehoorzamen aan de natuurwetten van dit heelal. Als ik het water uit ga, voel ik ook weer de zwaartekracht, die de druppels naar beneden trok.Ik drink nog een kopje koffie met mijn zwemvriendinnen en luister aandachtig naar de dingen die ze nu graag willen vertellen.
Snel droog ik me af en kleed ik me aan. Langzaam voel ik mijn lichaam weer opwarmen, zoals altijd. Alles is weer in het juiste perspectief.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *