Voorgerecht zand – hoofdgerecht zand

Samen met mijn Delftse blote-voeten-dipmaat, Chris, fiets ik op zaterdagmorgen naar Scheveningen. We parkeren onze fietsen nabij de Waalsdorpervlakte en gaan hardlopend op weg naar het strand.
Mijn maat is jonger en lichter dan ik: op zijn blote voeten huppelt hij over het mulle zand. Tegen de duinen op moet ik gaan wandelen, terwijl hij kan blijven rennen. Ik begin te begrijpen, hoe mijn hardloopvriendinnen zich wel eens voelen als ik voor hen uit huppel. Gelukkig blijft Chris boven op de duinen op mij wachten.

Mijn kuiten en achillespezen staan strak en protesteren. Dat gaat meestal na een half uurtje wel over. Het landschap en de ondergrond doen me denken aan de Duinentrail in Schoorl, waar je ook kilometers lang door mul zand moet sjokken. Ik loop op mijn Skinners en vraag me af of ik op blote voeten Chris wel zou kunnen bijhouden.
Chris wijst op de bosrand in de verte: “daar worden de paden beter”, belooft hij.
En inderdaad, precies als ik mijn buik vol heb van het voorgerecht en hoofdgerecht, komen we bij de bomen aan en wordt de ondergrond minder mul.

We volgen eerst de oranje paaltjes en daarna de rode. Heuvelop loopt Chris makkelijk bij mij weg. Dalend kan ik beter uit de voeten.

De zon breekt door en we komen bij het verharde pad naar het strand.
Op het strand gaan de loopspullen uit. Chris steekt zijn keukenthermometer in de zee. De thermometer blijft op 7,5 graden steken.
Natuurlijk gaan we even zwemmen.
De kou valt mee, we zijn wel wat gewend. Maar de zee trekt hard. We maken een foto om nog eens terug te kunnen denken aan deze ochtend.

Vanaf het strand joggen we eerst naar de boerderij voor een koffiepauze. Daarvandaan nemen we de kortste route terug naar de fietsen.
Op de terugweg genieten we van een welverdiende tegenwind.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *