Mijn blauwe uur

In zijn boek “Het Blauwe Uur” beschrijft Hans Koeleman (oud-Olympisch atleet) een nachtelijke zwerfloop van 4 uur door duinen van Schoorl. Het is een mooi inspirerend boek.
Zondagochtend om half vijf rijd ik met Anne-Marie naar Katwijk voor zo’n zelfde nachtelijke zwerfloop onder leiding van Hans Koeleman en Koen de Jong.

In café de Bonte Kraai krijgen de deelnemers aan de tocht koffie en een korte uitleg van Koen en Hans. Hardlopen in het pikkedonker zonder lampje brengt je in een soort roes, aldus Hans. Je ziet alleen maar schimmen en grijstinten met de staafjes in je netvlies. Omdat het ook nog eens stil is, krijg je heel weinig zintuigelijke prikkels. Het wordt een bijzondere ervaring.
Als we naar buiten gaan slaat de torenklok van de kerk één keer: het is half 6.

De groep vertrekt via de boulevard in zuidelijke richting. Het zijn allemaal ervaren hardlopers met een mooie cadans. Ik zie er geen stampende haklanders tussen.
De bijna volle maan hangt boven zee. We verlaten de verlichte, bebouwde kom en trekken de Zuidduinen in. Ik zie de Soefi-tempel aan mijn linkerhand.
Het wordt steeds donkerder. En het geklets verstomt, zoals Hans vooraf verzocht heeft.
Omdat ik nauwelijks kan zien waar ik loop, begin ik te vertrouwen op mijn reflexen en evenwichtsgevoel. Ik heb geen idee meer in welke richting we lopen. Soms zie ik de maan links voor mij, dan weer rechts achter mij. En op een gegeven moment is de maan weg, ondergegaan.

Tijdens een afdaling kom ik per ongeluk voorop te lopen. Ik volg het zandpad, maar het landschap van grijstinten voor mij heeft geen diepte, het is 2-dimensionaal als een grote poster waar ik op af ren.
Bij een splitsing stop ik en sluit ik weer aan achter de koplopers.

Dan komen we op een parkeerplaats aan met 3 straatlantaarns aan het eind. Van dichtbij zijn die lantaarns oogverblindend fel als zonlicht. We zijn bij Wassenaarse Slag en gaan het strand op.
Ik loop weer voorop en kan weer geen diepte zien. Ik zie een strook lichtgekleurd zand, maar dat blijkt water te zijn. We slaan rechtsaf terug naar Katwijk.

De groep valt uit elkaar en iedereen gaat zijn (of haar) eigen tempo lopen. Ik trek mijn natte Skinners uit en voel af en toe de schelpen knisperen onder mijn voeten.
In de verte ligt een streepje kunstlicht, dat is Katwijk. Boven de duinen kleurt de hemel lichtblauw. Dit is het blauwe uur.
Elke keer als ik mijn blik weer op de duinrand richt, lijkt het ietsje lichter geworden, alsof iemand weer een paar lampen aangeklikt heeft.
We zijn al anderhalf uur aan het lopen, maar ik voel geen enkele vermoeidheid.

Als we vlakbij Katwijk zijn, draaien we om en vegen de groep weer bij elkaar. De Katwijkse loper, die de route heeft bedacht, begint zich uit te kleden en vraagt: “Wie gaat er mee zwemmen?”
Ik twijfel nog even, maar als hij in Adamskostuum de branding inrent, kleed ik mij ook uit.
Ik ga niet diep de zee in, maar wel even kopje onder. Ik drijf in het koude water tot mijn ademhaling rustig wordt en ik kijk naar de lichtblauwe gloed boven de duinen. Wat een avontuur.
De groep is al doorgelopen. Ik kleed mij weer aan en loop dan met de beide andere zwemmers achter de groep aan.
Ik warm snel weer op, maar mijn vingers blijven ijskoud.
Als ik op het kerkplein aankom slaat de kerkklok één keer: het is half 8.

In café de Bonte Kraai krijgen we koffie en gebak. Langzaam word ik weer wakker uit een heerlijke droom.

Speciale dank aan Anne-Marie voor het meerijden en aan haar gastvrije Katwijkse collega die ons een heerlijk ontbijtje aanbood.

4 reacties Voeg de jouwe toe
  1. Wat een mooi verhaal Hans! Fijn om te lezen. Ik vond het ook een mooie ervaring. Toen jij richtig de kerk liep, maakte ik een foto van je! Gewoon met mn mobiel dus geen hoogstaand werk, maar wil m je graag mailen als je dat leuk vindt! Groetjes Janneke Poort

Laat een reactie achter op Hans Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *