De zee trekt

De ruisende branding roept me telkens terug naar het strand.
Mijn moeder vertelde mij ooit dat ik het hele strand bij elkaar krijste als ze mij weghaalde bij de waterlijn en mij uit de zon in de schaduw van het windscherm zette.
Ik herinner mij hoe ik als kind zinloos zandkastelen maakte, die de vloed lachend wegspoelde.
Ik herinner mij dat ik als jonge vader met Max en Jessie op dezelfde plekken tevergeefs dezelfde kastelen bouwde.
Ik herinner mij de heerlijke strandvakanties met het gezin op Terschelling en in Katwijk.

Ik liep met Leo in 6 dagen van Hoek van Holland naar Den Helder. Met Ruth en Jesse rende ik van Scheveningen naar Zandvoort. Ik dook op 3e Kerstdag met Esther en Nicole de koude Noordzee in.

Op het moment dat ik in Scheveningen het strand op stap, kom ik thuis. Dit strand ligt hier al eeuwen en zal hier nog eeuwen blijven liggen. Ik heb hier al duizenden voetstappen achtergelaten. De voetstappen, die ik vandaag maak zijn wat dieper. Het zand is zacht. Lekker doorrollen over het keiharde zand lukt vandaag niet. Het wordt anderhalf uur krachttraining en werken aan de techniek.

Ik raap wat schelpen op en vraag me af wat de gekleurde ringen betekenen. Zijn het jaarringen? Of zijn het seizoensringen? Hoe lang doet zo’n schelpdiertje erover om zo’n schelp te maken? Tien jaar? Vijftig jaar?
Schelpen zullen hier altijd zijn net als het zand.
Ik ben hier maar even, anderhalf uur. Maar ik kom terug, dat weet ik zeker.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *